Kenniscentrum lipoedeem

Lipoedeem wordt helaas nog vaak gemist en niet herkend binnen de gezondheidszorg. Veelal wordt een zwelling van de benen toegeschreven aan een andere oorzaak zoals lymfoedeem of obesitas. Als gevolg hiervan krijgen patiënten soms behandelingen die niet effectief zijn. Flebologen beschrijven deze patiënten dan ook vaak als een vergeten patiëntengroep1,2. Dit kenniscentrum lipoedeem helpt zorgprofessionals bij het stellen van de juiste diagnose.

Bij Polikliniek de Blaak hebben onze artsen al meer dan 15 jaar ervaring met de behandeling van lipoedeem. Met de vergaarde kennis hebben we dit kenniscentrum opgezet om iedereen in de gezondheidszorg te helpen bij het vroegtijdig herkennen van lipoedeem.

Wat is lipoedeem?

Allen en Hines hebben in 1940 als eerste de aandoening lipoedeem beschreven. Een van de belangrijkste kenmerken van lipoedeem is een symmetrische verdikking van beide benen, armen, billen en heupen. Dit komt door de aanwezigheid van een abnormale vetverdeling, wat mogelijk ook genetisch is bepaald1. Deze abnormale vetverdeling wordt vooral gezien in het gebied tussen bekken en enkels, waarbij de voeten niet zijn aangedaan, tenzij er een beschadiging is in het lymfatisch systeem15. In verhouding met de rest van het lichaam, is er sprake van een slanke taille1.

In de literatuur worden verschillende benamingen gebruikt voor lipoedeem, zoals lipidosis, lipohypertrofie, pijnlijk vetsyndroom en morbide obesitas van de benen12. Lipalgia, adiposalgia, adipositas dolorosa, lipomatosisdolorosa van de benen zijn ook termen die gebruikt worden om lipoedeem te beschrijven16.

Klachten

De aandoening komt voornamelijk voor bij vrouwen: tot nu toe zijn er slechts enkele case studies geweest waarin de aandoening ook mannen betrof15. Een van de hoofdklachten is de aanwezigheid van gezwollen en verdikte benen, niet of slecht reagerend op een dieet, met een verergering bij warm weer. Andere klachten zijn pijn en gevoeligheid van de benen, knieklachten, aanrakingspijn, klachten bij lang staan, krachtverlies en snel last krijgen van blauwe plekken1.

Kenmerkend voor lipoedeem zijn verdikte benen, die ook bij afvallen dik blijven. De benen hebben hierbij de vorm van een (paard)rijbroek. Soms hoopt het vetweefsel zich op rond de enkels (overbloezende enkel). Ook kunnen de armen zijn aangedaan. Handen en voeten zijn echter nooit aangedaan bij lipoedeem (in tegenstelling tot lymfoedeem). Lipoedeem komt vaker voor bij de benen, heupen en billen (ongeveer 97%) in vergelijking met de armen (30%)14. Als lipoedeem niet wordt behandeld, ontwikkelt zich vaak secundair lymfoedeem (vochtophoping) in een periode van vijftien jaar. Je spreekt dan van liplymfoedeem, wat ook wel lymfolipoedeem (=secundair lymfoedeem) wordt genoemd9.

Diagnose vaak gemist

Naast de eerder genoemde klachten, heeft lipoedeem ook een grote psychologische impact bij patiënten. Lipoedeem wordt vaak niet herkend in de gezondheidszorg, met als gevolg dat behandelingen die worden geadviseerd door zorgprofessionals niet effectief zijn. Vaak wordt ten onrechte een diagnose van lymfoedeem of obesitas toegeschreven. Patiënten voelen zich hierdoor onbegrepen en kunnen dan last krijgen van depressieve klachten. Ook schamen zij zich vaak voor hun dikke benen en/of armen, met als gevolg dat patiënten hun benen en/of armen willen verbergen door het dragen van bedekkende kleding, zoals lange rokken/jurken. Ook is er vaak sprake van vermijdgedrag voor situaties waar patiënten zich blootgesteld kunnen voelen, zoals bij zwemmen1.

Patiënten herkennen zichzelf in de volgende situaties:

  • Pijn aan de benen, knieklachten.
  • Benen kunnen gevoelloos, zwaar en vermoeid aanvoelen.
  • Benen zijn gevoelig bij aanraking of druk, bij een opgeblazen en gespannen gevoel.
  • Snel blauwe plekken krijgen.
  • Moeite met het afleggen van korte/lange afstanden, krachtsverlies in benen en/of armen.
  • Klachten worden erger bij warm weer.
  • Moeite met het vinden van passende kleding (maten boven- en onderlichaam verschillen).
  • Geen laarzen kunnen dragen (of moeite hebben met het vinden van laarzen die passen).
  • Diëten of sporten heeft weinig tot geen effect op omvangsvermindering en klachten.
  • Er bestaat een negatief zelfbeeld.

lipoedeem herkennenRol van hormonen en genetica

Lipoedeem is een symmetrische lipohypertrofie van de benen en/of armen met orthostatisch oedeem. Er is sprake van een stoornis in de aanmaak van het vetweefsel waarbij de transportsnelheid van vocht via de lymfevaten niet optimaal is4.

De precieze oorzaak van lipoedeem is nog onbekend. Het is wel bekend dat hormonen een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling en manifestatie van lipoedeem. Over het algemeen starten de klachten tijdens of na de puberteit. Een zwangerschap, hormoontherapie of de pre menopauze kunnen mogelijke triggers zijn of kunnen de klachten verergeren16.
Kenmerkend bij lipoedeem is dat vrouwen last hebben van overmatig en onevenredig verdeeld vetweefsel aan de benen. Dit is bilateraal en symmetrisch vanaf de taille tot net boven de enkels. Daarnaast spelen mogelijk ook genetische factoren een rol. Patiënten hebben dan een familiegeschiedenis van lipoedeem of soortgelijke klachten3,5.

Epidemiologie van lipoedeem

Epidemiologie

De laatste jaren begint er meer bekendheid te komen over lipoedeem, maar de diagnose wordt nog vaak gemist door zorgprofessionals, waardoor er nog geen betrouwbare cijfers zijn over de incidentie van lipoedeem5. In het verleden was er geen eenduidigheid van de aandoening. Dit is te zien aan de verschillende benamingen voor lipoedeem in de literatuur (lipidosis, lipohypertrofie, pijnlijk vetsyndroom). Het komt ook vaak voor dat lipoedeem verward wordt met een diagnose van chronische veneuze insufficiëntie, cellulitus of morbide obesitas. Obesitas en lipoedeem komen vaak samen voor, maar de vetverdeling veroorzaakt door lipoedeem verdwijnt niet door het volgen van een dieet of door sporten12.

Vaak is er een misdiagnose van lymfoedeem bij deze patiënten: uit onderzoek blijkt dat ongeveer 10-15% van de patiënten die verwezen werden naar een kliniek gespecialiseerd in lymfoedeem juist een diagnose van lipoedeem hadden16.

Prognose van lipoedeem

Het verloop van lipoedeem is niet altijd te voorspellen: dit verschilt per patiënt en situatie. De ernst van de aandoening hangt af van comorbiditeit, zoals lymfoedeem, hypothyreoïdie, obesitas en psychologische stoornissen. Het verloop kan in enige mate positief beïnvloed worden door verandering van eetpatroon, sporten en het verminderen van overmatig gewicht (vetverdeling die niet veroorzaakt wordt door lipoedeem). Soms bieden steunkousen ook verlichting, maar dit is zeker niet altijd bij iedereen het geval. Patiënten die regelmatig bewegen en letten op hun eetpatroon hebben over het algemeen een milder verloop van de aandoening in vergelijking met vrouwen die overgewicht hebben en geen sportoefeningen doen14.

Klinisch beeld van lipoedeem

Er zijn verschillende vormen van lipoedeem:

Type Rusticanus Moncorps

Bij patiënten met het type Rusticanus Moncorps starten de klachten in de pubertijd. Vaak ervaren patiënten aan het eind van de dag een doffe spontane pijn in de benen. Deze klachten lijken op de symptomen van een chronische veneuze insufficiëntie als gevolg van een verminderde pompfunctie van de kuitspieren1,5,7.

Type Allen-Hines

Een andere vorm van lipoedeem is het type Allen-Hines. Patiënten met dit type hebben een koud gevoel in de benen bij een warmte intolerantie. Voorts ervaren zij pijnklachten bij compressie en nemen deze klachten toe in de loop van de dag1,5,7.

Klachtenpresentatie

Patiënten met lipoedeem hebben de volgende symptomen:

Onderlichaam

Het onderlichaam is niet in proportie met het bovenlichaam. De benen zijn dikker in vergelijking met de rest van het lichaam. Naast de benen, kan er ook sprake zijn van een symmetrische verdikking van armen, billen en heupen. De voeten zijn niet aangedaan. Bij een dieet blijven de benen dik.

Bovenlichaam

Het bovenlichaam is slanker dan het onderlichaam. Ook is er sprake van een relatief slanke taille. De armen kunnen ook verdikt zijn, de handen zijn niet aangedaan.

Non pitting oedeem

Er is sprake van non pitting of minimaal pitting oedeem. De overmatige verdikking stopt net boven de enkels.

Gewicht

In een later stadium ontwikkelen patiënten naast lipoedeem soms ook obesitas. In een vroeg stadium hoeft dit niet altijd het geval te zijn.

Gevoeligheid van de benen

De benen kunnen hypergevoelig zijn maar ook gevoelloos aanvoelen. Naarmate de aandoening vordert kan er in de benen ook spontaan pijn optreden. De klachten worden in de loop van de dag erger en variëren bij langere periodes van zitten en staan16.

Blauwe plekken

De benen zijn erg gevoelig. Bij aanraking of druk kunnen er snel blauwe plekken ontstaan.

Moeite bij het afleggen van korte of lange afstanden

Patiënten kunnen pijn in de benen ervaren bij het afleggen van korte of langere afstanden. Traplopen of lang staan kan als vermoeiend worden ervaren. De verdikking van de benen leidt tot een verminderde mobiliteit.

Warm weer

De klachten worden meestal erger bij warm weer.

Kleding

Patiënten hebben in het algemeen moeite met het vinden van passende kleding. De maten voor kleding van het onderlichaam en bovenlichaam verschillen van elkaar (soms wel tot twee maten, waarbij de maat van het onderlichaam groter is dan de maat van het bovenlichaam). Laarzen dragen lukt niet meer, omdat ze te smal zijn of er is moeite met het vinden van laarzen die passen.

Diëten en/of sporten

Bij een dieet valt de patiënte niet of nauwelijks af waarbij er geen of weinig omvangsvermindering van de benen plaatsvindt. De taille wordt bij een dieet wel slanker. Sporten heeft weinig effect op gewicht of omvang, maar geeft wel spierversterking en pijnreductie.

Verandering in de huid

Op plaatsen waar er sprake is van lipoedeem kan de huid wat bleker zijn, maar dit is niet bij iedereen het geval. Ook is de huid wat zachter (oedema spongiosa) en zijn er overeenkomsten met cellulitis.

Drie stadia lipoedeem

Er zijn drie stadia lipoedeem omschreven:

Stadium 1: De huid is zacht en heeft een cellulite structuur, ook wel sinaasappelhuid genoemd.

Stadium 2: De huid krijgt een grove structuur en wordt meer oneffen en hard.

Stadium 3:  De huid vertoont grovere stukken vetweefselvermeerdering, walnootachtig van vorm, die de benen van vorm veranderen. In dit stadium komt vaak ook de lymfoedeem tot ontwikkeling. Lipoedeem patiënten met overgewicht hebben de neiging om daarnaast lymfoedeem te ontwikkelen terwijl bij een normaal gewicht een lipoedeem jarenlang onveranderd kan blijven. Ook niet behandeld lipoedeem kan na 15 jaar een lymfoedeem tot gevolg hebben.  Je spreekt dan van een lip(o)lymfoedeem, ook wel genoemd stadium vier.

Het is niet vanzelfsprekend dat iedereen in stadium 3 belandt. Het is wel belangrijk de lipoedeem vroegtijdig te herkennen en de verergering voor te blijven door gezond te leven, steunkousen te dragen etc.

lipoedeem stadia

Differentiële diagnose

Lipoedeem Lymfoedeem Obesitas
Komt voornamelijk voor bij
vrouwen
Kan bij vrouwen en mannen voorkomen Kan bij vrouwen en mannen voorkomen
Er is een positieve familie-
geschiedenis van lipoedeem
Er is een positieve familie-
geschiedenis van lymfoedeem
(primaire lymfoedeem)
Er is een positieve familie-
geschiedenis van obesitas
Diëten heeft geen effect op
vermindering klachten of
vermindering in omvang
Diëten heeft mogelijk wel effect op
klachten (op de zwelling)
Diëten heeft wel effect op
omvang vermindering
Hooghouden (elevatie) van benen heeft minimaal effect Hooghouden (elevatie) van benen
kan effectief zijn
Elevatie heeft geen effect
Altijd bilateraal Primaire lymfoedeem is vaak bilateraal,
maar secundaire lymfoedeem is zelden bilateraal
Altijd bilateraal
Voeten zijn niet aangedaan Voeten zijn vaak wel aangedaan Voeten zijn vaak wel aangedaan
Er is minimaal pitting oedeem Er is altijd pitting oedeem in verschillende
mate van ernst
Er is geen pitting oedeem
Pijn bij aanraking of druk Geen pijn bij aanraking of druk Geen pijn bij aanraking of druk

(Bron 5)

verschil lipoedeem en lymfoedeem
foto: links lipoedeem, rechts lymfoedeem

Het stellen van de diagnose

De diagnose wordt gesteld op basis van de voorgeschiedenis van de patiënte en de klinische presentatie van de klachten. Lichamelijk onderzoek vormt samen met de anamnese een basis voor het stellen van de diagnose. De anamnese is noodzakelijk om de voorgeschiedenis en huidige situatie (zowel klachten als sociale beperkingen) in kaart te brengen.

Anamnese

Het is belangrijk om inzicht te krijgen in de volgende aspecten:

  • Ontstaan en beloop van lipoedeem (tijdstip en wijze)
  • Type en aard van de klachten
  • Invloed van zwaartekracht op de benen
  • Relatie met inspanning en lokalisatie
  • Familie anamnese
  • Comorbiditeit
  • Functionele beperkingen
  • Mogelijkheid tot het dragen van confectie kleding en laarzen
  • Voorgaande behandelingen en resultaten

Lichamelijk onderzoek

Bij lichamelijk onderzoek worden de benen onderzocht en vergeleken met de verhouding tot het bovenlichaam. Hierbij wordt de patiënte bekeken in staande positie, van de voorkant, de achterkant en ook de zijkant. Bij lipoedeem is er een disproportie tussen onderlichaam en bovenlichaam met specifiek een slanke taille. Bij onderzoek van de zijkant vallen de forse billen op.

Stemmerproef

Lymfoedeem: In de eerdere fase kan er ook een Stemmerproef uitgevoerd worden. Bij de Stemmerproef wordt de huid tussen de eerste en tweede teen vastgepakt. Als dit niet lukt, dan is de proef positief en is er sprake van lymfoedeem. De Stemmerproef is bij lipoedeem juist negatief. Het stukje huid tussen de eerste en tweede teen kan dan tussen twee vingertoppen wel vastgepakt worden. Het is mogelijk dat er in een later stadium van lipoedeem secundair lymfoedeem optreedt. De Stemmerproef kan dan niet meer gebruikt worden om de diagnose vast te stellen. Bij de diagnose lipoedeem kan een CT scan uitgevoerd worden. Dit kan meer uitsluitsel geven als de overige diagnostiek twijfelachtig is10.

Ook kan de verdikte vetlaag bij een duplex onderzoek vastgesteld worden (sneeuwstorm-beeld) waarbij eventuele varices opgespoord kunnen worden. Lymfoedeem kan bij duplexonderzoek voorts van lipfoedeem onderscheiden worden door de aanwezigheid van vocht pockets25.

Tailleomvang

Voor de diagnose kan de BMI misleidend zijn. Bij de berekening van de BMI (= gewicht (kg) / lengte in het kwadraat (m2)) wordt het totale gewicht meegenomen, zonder rekening te houden met verhoudingen van vetverdelingen. De BMI wordt daarom niet gebruikt bij het stellen van de diagnose. Een betere optie is om te kijken naar de taille-heup verhouding. Patiënten hebben een relatief smalle taille in verhouding met de rest van het lichaam. Bij een taille-heup verhouding van meer dan 0.85 bestaat er een verhoogd risico op hart- en vaatziekten en diabetes. Bij een taille-heup verhouding groter dan 0.85 kan lipoedeem uitgesloten worden10,14. In de praktijk wordt een taille omvang tussen de 68 cm en 88 cm als normaal beschouwd. Onder de 68 cm heeft de patiënte ondergewicht, boven de 88 cm overgewicht, en is er sprake van obesitas25.

Exclusie criteria voor lipoedeem

De klinische ervaring van de zorgprofessional is een belangrijke factor bij het stellen van de diagnose. Patiënten met de volgende criteria voldoen meestal niet aan de diagnose lipoedeem14:

  • Er is geen disproportie in de vetverdeling tussen onder- en bovenlichaam.
  • Er is asymmetrie van beide armen/benen.
  • Klachten manifesteren zich pas in de late volwassenheid (rond de leeftijd van 60 jaar) en hebben eerder geen rol gespeeld.
  • Er is een taille-heupverhouding van >0.85 bij vrouwen.
  • Geen pijn bij aanraking of druk op de plaatsen waar er sprake is van lipoedeem.

Lymfescan

Bij lipoedeem is bekend dat transportsnelheid van vocht via de lymfevaten niet optimaal is. Patiënten met lipoedeem hebben een normaal flebogram en een normaal lymfogram, maar een vertraagde lymfeafvloed. Door een vertraagde lymfstroomsnelheid ontstaat een vertraagde lymfeafvloed. Dit kan aangetoond worden via een lymfescan. Bij een statische lymfescan worden er in beide voetruggen injecties gegeven met een lichte radioactieve stof. Patiënten moeten daarna in een periode van twee uur zoveel mogelijk bewegen.

Vervolgens worden er gedurende een half uur verschillende foto’s gemaakt met een gamma camera. Op een gammafoto zijn dan goede anatomische afbeeldingen van de lymfevaten te zien. Beoordeling van deze foto’s kan kwantitatief (transport lymfevocht) en kwalitatief (visueel). Op de foto’s kan de afvoer of belemmering van afvoer van lymfevocht door de lymfevaten beoordeeld worden19,20,21.

Psychologische aspecten van lipoedeem

Niet serieus genomen

Zoals eerder besproken wordt de diagnose voor lipoedeem vaak gemist. Patiënten voelen zich hierdoor niet serieus genomen en kunnen daarnaast ook adviezen krijgen die niet of nauwelijks effect hebben op vermindering van de klachten. Gewichtscontrole (door bijvoorbeeld diëten en/of sporten) kunnen de klachten enigszins verlichten door spierkrachtverbetering en vermindering van extra gewicht op de benen. Maar de overmatige en disproportionele vetverdeling wordt hier niet mee verholpen zodat patiënten zich na vele pogingen (en weinig resultaat) gefrustreerd en gedemotiveerd gaan voelen5.

Schaamtegevoel

Het psychologisch effect wordt vaak onderschat. Het hebben van lipoedeem representeert eigenlijk het tegenovergestelde van het ideaalbeeld dat er is in de samenleving (zoals het hebben van een maat S). De psychologische impact van lipoedeem kan variëren van milde tot ernstige psychologische klachten. Uiteindelijk kan dit leiden tot angst (voor beoordeling en veroordeling) en depressie bij patiënten. Er ontstaat een negatief zelfbeeld waarbij patiënten zich schamen voor hun verdikte benen en/of armen, met als gevolg dat patiënten hun benen en/of armen gaan verbergen door het dragen van bedekkende kleding12.

Vermijdgedrag

Ook is er sprake van vermijdgedrag voor situaties waar patiënten zich blootgesteld kunnen voelen, zoals zwemmen, of sociale activiteiten met vrienden, familie en collega’s1. Vaak zijn patiënten bang om beoordeeld te worden op hun uiterlijk12. Net zoals bij lymfoedeem hebben de klachten een grote impact op de kwaliteit van leven11.

Ontwikkeling depressie en eetstoornissen

Bij een misdiagnose, of wanneer de diagnose niet wordt gesteld, gaat de patiënt shoppen en kan dan naar verschillende zorgprofessionals doorverwezen worden. Dit geeft een extra belasting voor de patiënte alsook een onnodige financiële belasting voor het zorgstelsel. Het gevolg is dat patiënten zich onbegrepen voelen of het idee krijgen dat behandelingen niet werken, met alle gevolgen van dien (o.a. depressieve gevoelens). Eetstoornissen kunnen ook voorkomen bij patiënten met lipoedeem. Bij lipoedeem is bekend dat sporten geen effect heeft op de vermindering van vetverdeling12,13. Patiënten kunnen hierdoor overmatig sporten of diëten zonder optimale resultaten te bereiken.

Situaties

Patiënten werden gevraagd naar de invloed van lipoedeem op hun sociaal leven en hun vrijetijdsbesteding.
Onderstaand zijn een aantal situaties beschreven zoals gerapporteerd door de patiënten:

  • Ik kan nooit een leuk jurkje of een rok aandoen tot iets boven de knie en geen strakke broeken.
  • Ik heb praktisch altijd kousen aan.
  • Na een stukje lopen heb ik een verzuringsgevoel. Kleding kopen is geen pretje.
  • Ik word altijd bekeken en bedek altijd mijn knieën met lange broeken.
  • Ik schaam me voor mijn dikke knieën. Kleding vinden is een probleem.

Het is belangrijk dat lipoedeem vroegtijdig wordt herkend zodat verslechtering van de lichamelijke conditie en kwaliteit van leven voorkomen kan worden.

Behandelingen

Klassieke behandeling:

Gewichtscontrole: sporten en diëten

Gewichtsverlies zorgt niet voor vermindering in vetverdeling van lipoedeeem. Een dieet is pas nodig wanneer er sprake is van obesitatas. Bij een taille -omvang van meer dan 88 cm is er sprake van overgewicht en is een dieet geïndiceerd. Op deze manier kan ontwikkeling van lipolymfoedeem en obesitas vermeden worden12.

Steunkousen

Steunkousen oefenen druk uit op het onderhuidse vetweefsel om te voorkomen dat vocht terugstroomt naar de gebieden waar oedeem zit. Het dragen van steunkousen kan verlichting bieden in vroege stadia van de ontwikkeling van lipoedeem, maar dit is zeker niet altijd het geval16. Soms is het dragen van steunkousen contraproductief als de patiënten dit als pijnlijk ervaren. Steunkousen dienen in dit geval niet geadviseerd te worden25.

Therapie

Conservatieve therapieën hebben het doel om de symptomen te verlichten. De hoeveelheid vocht in het weefsel kan verminderen, waardoor er een pijnverlichting ontstaat.

Vormen van conservatieve therapie:

Manuele lymfedrainage

Bij manuele lymfedrainage oefenen getrainde fysiotherapeuten en/of huidtherapeuten verschillende niveaus van druk uit op gebieden waar sprake is van lipoedeem. Huidweefsel vlak bij de onderhuid wordt gemasseerd, zodat lymfevezels worden gestimuleerd om lymfetransport te versnellen. Aanbevolen wordt om dit één of twee keer per week te doen. Belangrijk is om na de behandeling steunkousen te dragen (als die goed verdragen worden) en oefeningen te blijven doen16.

Compressietherapie

Bij compressietherapie wordt tegendruk in het (lip)oedeem gedeelte aangebracht door zwachtelen, dragen van steunkousen of het dragen van niet-elastisch verband26.

Bij manuele lymfedrainage heeft compressie het doel om oedeemvermindering (door lymfetransport) te behouden. Er zijn verschillende vormen van compressie.

Bij zwachtelen/ambulante compressietherapie wordt oedeem tegengegaan met een verband. Het verband zorgt ervoor dat de druk in de weefsels stijgt, zodat de lymfetransport wordt gestimuleerd. Als het vocht is afgedreven kunnen therapeutische elastische kousen aangemeten worden.

Therapeutisch elastische kousen: Deze kousen kunnen dagelijks gedragen worden. Steunkousen hebben verschillende drukklassen. Afhankelijk van het stadium lymfoedeem of lipoedeem kan er gekozen worden voor kousen met verschillende drukklassen, van een lichte druk (klasse I) tot een zwaardere druk (klasse IV).

Revitaliseren en reconditioneren

Belangrijk is dat patiënten goed bewegen volgens de Nederlandse norm gezond bewegen. Daarbij wordt geadviseerd twee tot drie keer per week te sporten onder leiding van een personal trainer of een fysiotherapeut, volgens het gradedactivity program10. Daarbij is een gezonde en gevarieerde voeding van groot belang.

Operatieve behandelingen

Operatieve behandelingen hebben het doel het overtollig vetweefsel bij lipoedeem te reduceren. In de afgelopen 20 jaar zijn er nieuwe ontwikkelingen op het gebied van liposuctiebehandelingen. Er zijn goede resultaten voor tumescente liposuctie en vibrerende micro-drain tubes16. Tumescent lokaal anesthesie wordt daarbij als veilig beschouwd waarbij post operatief de lymfevaten niet worden aangetast23,24.

Vibroliposculptuur met tumescente anesthesie/tumescente liposuctie

Bij vibroliposculptuur wordt door een trillende microcanule vetweefsel losgetrild en verwijderd. De te behandelen lichaamsdelen worden eerst verdoofd met tumescente anesthesie (bestaande uit Lidocaine, Epinefrine en Natriumchloride). Met behulp van een dunne canule wordt de vloeistof onderhuids ingebracht en gaat het tussen de vetcellen zitten. Vervolgens worden vetcellen door een vibrerende canule weggezogen. De ingreep neemt ongeveer twee uur in beslag. Door middel van vibroliposculptuur worden abnormale vetstapelingen verwijderd, met als gevolg een vermindering van lipoedeem klachten25.

Water jet geassisteerde liposuctie

Bij water-jet geassisteerde liposuctie wordt er een dunne canule in de onderhuidse vetlaag aangebracht. De ingespoten vloeistof (waterstraal) zorgt ervoor dat de vetcellen van het weefsel gescheiden worden en tegelijkertijd de losgeraakte vetcellen door een vacuümpomp worden weggezogen22.

Psychologische ondersteuning

Het aanbieden van psychologische ondersteuning moet niet onderschat worden bij patiënten met lipoedeem. Patiënten die constant doorverwezen worden naar verschillende zorgprofessionals kunnen zich onbegrepen voelen of krijgen het idee dat ze de aandoening (overmatig gewicht) zelf hebben veroorzaakt. Het is belangrijk dat patiënten weten dat de aandoening niet hun schuld is en dat pogingen om af te vallen inderdaad geen effect hebben. Een begripvolle en patiëntgerichte aanpak is
dus erg belangrijk, samen met een voorstel voor veranderingen in levensstijl1,12.

Overige behandelingen

Daarnaast worden er in de praktijk andere behandelingsvormen aanbevolen waar de effectiviteit niet van bewezen is, zoals bijvoorbeeld endermologie. Een maagband of gastric sleeve wordt alleen aanbevolen als er naast lipoedeem ook obesitas aanwezig is welke niet, of onvoldoende reageert op een dieet. In dat geval volgt een verwijzing naar een obesitas kliniek, dan wel naar een gastro-intestinaal chirurg.

Tot slot

Daarnaast worden er in de praktijk andere behandelingsvormen aanbevolen waar de effectiviteit niet van bewezen is. Dit valt buiten de scoop van deze pagina van het expertisecentrum lipoedeem.

Handige flyer

Een beknopte samenvatting van de informatie van dit kenniscentrum is te downloaden via onderstaande button. Handig om te bewaren of mee te geven aan een lipoedeempatiënt.

symptomen en behandelingen lipoedeem

Vragen of opmerkingen?

De informatie van dit kenniscentrum/expertisecentrum lipoedeem kan zorgprofessional en hun patiënten helpen om tot een goede diagnose te komen. Mochten er nog vragen of opmerkingen zijn over de inhoud van deze pagina of  heeft u andere hulp nodig voor een juiste diagnose dan kunt u contact opnemen via communicatie@polikliniekdeblaak.nl . Zorgprofessionals die na het lezen van deze pagina nog steedstwijfelen over de diagnose van een patiënt kunnen de patiënt altijd doorsturen voor een consult bij een van onze lipoedeemartsen.  Onze artsen kunnen lipoedeem met zekerheid vaststellen.

Het team van lipoedeemartsen bij Polikliniek de Blaak bestaat uit:

dokter robert boonen
drs. R. Boonen dr. M. Visser

 

Referentielijst expertisecentrum lipoedeem

1. Allen EU, Hines, EA. Lipoedema of the legs. A syndrome characterized by fat legs and orthostatic oedema. Proc Staff Mayo Clin 1940; 15: 1984-7: 184-187.

2. Harwood CA, Bull RH, Evans, J, Mortimer PS. Lymphatic and venous function in lipoedema. British Association of Dermatologists 1996; 134: 1-6.

3. Schmeller W, Meier-Vollrath I. Lipödem – Aktuelles zu einem weitgehend unbekannten Krankheitsbild. AktDermatol 2007; 33: 1-10.

4. Jagtman BA, Kuiper JP. Lipo-oedeem van de benen. Nederland tijdschrift Geneeskunde 1987; 131: 345-348.

5. Langendoen SI, Habbema L, Nijsten TEC, Neumann HAM. Lipoedema: from clinical presentation to therapy. A review of the literature. British Journal of Dermatology 2009; 161: 980-986.

6. Naouri, M. et al., 2010. High-resolution cutaneous ultrasonography to differentiate lipoedema from lymphoedema; British Journal of Dermatology, 163; 296–301.

7. Marshall, M., Breu, F.X. & Rottach, W. Das lipodem-ein wenig beachtetes krankheitsbild. Vasomed. 14, 254-257.

8. https://www.polikliniekdeblaak.nl/cosmetischechirurgie/liposuctie

9. https://www.polikliniekdeblaak.nl/cosmetische-chirurgie/lipoedeem

10. Richtlijn lipoedeem 2014 voor patiënten.

11. Moffatt CJ, Franks PJ, Doherty DC, et al. Lymphoedema: an underestimated health problem. Q J Med 2003; 96: 731–738.

12. Todd M. Lipoedema: presentation and management. British Journal of Community Nursing 2010; 4:10 -16.

13. Foldi E, Foldi, M (2003) Lipoedema. In: Foldi M, Foldi E, Kubik S eds. Textbook of lymphology. Urban and Fischer, Jena, Germany: 395-403.

14. Reich-Schupke S, Altmeyer P, Stücker M. Thicklegs – not always lipedema. Journal of the German Society of Dermatology 2013; 3: 225-233.

15. Macdonald JM, Sims N, Mayrovitz HN. The role of compression therapy. Surgical Clinics of North America 2003; 83: 639-658.

16. Schmeller W, Meier-Vollrath I. Lipoedema: Information Leaflet For Patients. 1st ed. Lbeck, Germany; 2009:1-27.

17. American Psychiatric Association (2013): Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (5th ed.). Washington, DC: American Psychiatric Association.

18. Williams, Anne F and MacEwan, Isobel (2016) Accurate diagnosis and self-care support for women with lipoedema. Practice Nursing, 27 (7). pp. 325-332. ISSN 0964-9271

19. Nucleaire geneeskunde (2009). www.nucleairegeneeskunde.nl

20. Damstra, R.J. (2000). Lymfoedeem in de praktijk.

21. Neumann, H.A.M. &Tazelaar, D.J. (2001) Leerboek Flebologie.

22. Stutz, J. J., &Krahl, D. (2009). Water jet-assisted liposuction for patients with lipoedema: histologic and immunohistologic analysis of the aspirates of 30 lipoedema patients. Aesthetic plastic surgery, 33(2), 153-162.

23: C.B. van de Pas, R.S.M. Boonen, S. Stevens, S. Willemsen, R. Valkema, H.A.M. Neumann: Does tumescent liposuction damage the lymph vessels in lipoedema patients? Phlebology may 2020

24. Hoffmann JN, Fertmann JP, Baumeister RGH et al. Tumescent and dry liposuction of lower extremities: differences in lymph vessel injury. Plast Reconstr Surg 2003; 113:718-24

25.Polikliniek de Blaak, Blaak 243, 3011 GB Rotterdam, Nederland.

26. http://www.lymfoedeem.nl/

Websites

lipv.nl

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/diversen/9327-bmi-middelheup-ratio-vetmeting-en-tailleomtrek.html

https://www.ntvg.nl/artikelen/lipo-oedeem-van-de-benen/volledig#LIT11